Sarcosine (N-methylglycine) is een N-gemethyleerde derivaat van het aminozuur glycine. Het komt voor in eigeel, kalkoen, ham, groenten en peulvruchten. De naam van de stof hebben we te danken aan de Duitse chemicus Justus Von Liebig. Hij wist als eerste in de XIXe eeuw de stof te isoleren.
Sarcosine is van nature in ons lichaam aanwezig in de spieren en in diverse weefsels dankzij het enzym glycine dehydrogenase. Het wordt gevormd op basis van de hoeveelheid choline en via het omzettingsproces van methionine. Vervolgens wordt het afgebroken tot glycine, een belangrijk bestanddeel van eiwitten.
Sarcosine is noodzakelijk voor de aanmaak van spieren, maar het is eveneens een belangrijke basisstof voor het stofwisselingsproces van glutathion, creatine en serine.
Naast de belangrijke rol die de stof speelt in bepaalde stofwisselingsprocessen, heeft het nog drie andere eigenschappen:
• Wanneer de stof gecombineerd wordt met D-asparaginezuur, verhoogt het op natuurlijke wijze het testosterongehalte. Doordat het de aanmaak van GnRH (Gonadotropin-releasing hormone) in de hypothalamus stimuleert, neemt de afgifte van FSH en LH toe. Deze stoffen zetten op hun beurt de testikels aan tot een grotere aanmaak van testosteron.
• Sarcosine kan eveneens een remmende werking uitoefenen op het transport van glycine type 1 (GlyT-1). Door een supplementinname van sarcosine neemt het glycinegehalte toe in de hersenen en worden de receptoren van N-methyl-D-aspartaat (NMDA) geactiveerd. Klinische studies tonen aan dat het noötropische effecten heeft, en dat het de klachten bij depressies verbetert. Een onderzoek dat op dit moment nog wordt uitgevoerd, lijkt aan te tonen dat de supplementinname van sarcosine schizofrene klachten zou verminderen bij een dosering van 2 g per dag, ingenomen als aanvulling tijdens de reeds toegepaste behandelingen. De veelbelovende resultaten tonen een vermindering aan van de cognitieve en depressieve klachten.
Het zou de cognitie en de mentale processen verbeteren. Het zou de herinneringsprocessen versnellen en het leervermogen bevorderen. Deze effecten zouden gekoppeld zijn aan de inwerking van de stof op de glycinereceptoren in de hersenen.
Sarcosine is dan ook een nieuw noötropisch middel, dat in een adem genoemd kan worden met , en .
Net als elke andere nootropische stof, zorgt het ervoor dat men zich gemakkelijker schikt naar de levensomstandigheden. Het vergroot de motivatie, verbetert de besluitvaardigheid en heeft een positief effect bij cognitieve, neurologische en zintuigelijke klachten.
De aanbevolen dosering ligt tussen de 1,5 tot 3 g per dag, bij voorkeur te verspreiden over twee innames.
Sarcosine is volkomen veilig en kent tot nu toe weinig bijwerkingen. Soms wordt tijdens de beginperiode melding gemaakt van hoofdpijn of maagklachten, hetgeen vaak voorkomt bij voedingssupplementen die inwerken op de hersenen. Deze klachten vormen echter geen contra-indicatie.
Dagelijkse dosering: 6 capsules
Aantal doses per potje: 16 |
Hoeveelheid per dosis |
Sarcosine |
3 000 mg |
Overige ingrediënten: Acaciagom, witte rijstzemelen.
|
volwassenen. Neem 3 tot 6 capsules per dag.
Elke capsule bevat 500 mg sarcosine.
- Allen RH, Stabler SP, Lindenbaum J (November 1993). "Serum betaine, N,N-dimethylglycine and N-methylglycine levels in patients with cobalamin and folate deficiency and related inborn errors of metabolism". Metabolism. 42 (11): 1448–60. doi:10.1016/0026-0495(93)90198-W. PMID 7694037.
- Guastella J, Brecha N, Weigmann C, Lester HA, Davidson N. Cloning, expression, and localization of a rat brain high-affinity glycine transporter. Proc Natl Acad Sci U S A. 1992;89(15):7189–93.
- Zhang HX, Lyons-Warren A, Thio LL. The glycine transport inhibitor sarcosine is an inhibitory glycine receptor agonist. Neuropharmacology. 2009;57(5–6):551–5.
- Zhang HX, Hyrc K, Thio LL. The glycine transport inhibitor sarcosine is an NMDA receptor co-agonist that differs from glycine. J Physiol. 2009;587(Pt 13):3207–20.
- Huang CC, Wei IH, Huang CL, Chen KT, Tsai MH, Tsai P, Tun R, Huang KH, Chang YC, Lane HY, Tsai GE. Inhibition of glycine transporter-I as a novel mechanism for the treatment of depression. Biol Psychiatry. 2013;74(10):734–41.
- Lane HY, Liu YC, Huang CL, Chang YC, Liau CH, Perng CH, Tsai GE. Sarcosine (N-methylglycine) treatment for acute schizophrenia: a randomized, double-blind study. Biol Psychiatry. 2008;63(1):9–12.
- Singh SP, Singh V. Meta-analysis of the efficacy of adjunctive NMDA receptor modulators in chronic schizophrenia. CNS Drugs. 2011;25(10):859–85.
- Strzelecki D, Szyburska J, Rabe-Jablonska J. Two grams of sarcosine in schizophrenia - is it too much? A potential role of glutamate-serotonin interaction. Neuropsychiatr Dis Treat. 2014;10:263–6.
- Lee, MY., Lin, YR., Tu, YS. et al. Effects of sarcosine and N, N-dimethylglycine on NMDA receptor-mediated excitatory field potentials. J Biomed Sci 24, 18 (2017). https://doi.org/10.1186/s12929-016-0314-8
- Curtis, D. (2019). A possible role for sarcosine in the management of schizophrenia. British Journal of Psychiatry, 215(6), 697-698. doi:10.1192/bjp.2019.194