0
nl
US
WSM
255927091

Mijn winkelmandje

Uw winkelmandje is leeg.
Menu

Kurkuma ontmantelt een vermaler van proteïnes die betrokken is bij kanker

Als u geïnteresseerd bent in natuurlijke geneeswijzen, dan bent u deze plant vast al eens tegengekomen. Het poeder wordt ook wel 'Indiase saffraan' genoemd en is in Azië al eeuwenlang een zeer populair middel. We hebben het natuurlijk over kurkuma.

Als u geïnteresseerd bent in natuurlijke geneeswijzen, dan bent u deze plant vast al eens tegengekomen. Het poeder wordt ook wel 'Indiase saffraan' genoemd en is in Azië al eeuwenlang een zeer populair middel. We hebben het natuurlijk over kurkuma (in het Latijns: Curcuma longa).

Deze felgekleurde wortel komt als zo'n 4000 jaar voor in de ayurvedische medische verhandelingen en geniet inmiddels wereldwijde bekendheid. Kurkuma is veelzijdig, en het wordt gebruikt vanwege de krachtige antioxidatieve werking en de ontstekingsremmende eigenschappen. Maar de meest interessante eigenschap is toch wel het vermogen om kanker te voorkomen of zelfs te vertragen. Het is opvallend hoeveel belangstelling de wetenschap aan de dag heeft gelegd voor de kankerbestrijdende eigenschappen van kurkuma: het aantal onderzoeken dat in de afgelopen 30 jaar naar dit onderwerp is uitgevoerd is indrukwekkend. Het aantal publicaties over dit onderwerp blijft ook nu nog stijgen. Toen onderzoekers hadden ontdekt dat bepaalde kankersoorten veel minder voorkwamen in Aziatische landen, waarin de consumptie van kurkuma hoog is, steeg het aantal onderzoeken publicaties in korte tijd enorm (1).

De meeste studies stelden onomstotelijk vast dat kurkuma een rol speelt bij de preventie en de proliferatie van kankercellen (2-8), zonder dat men het exacte mechanisme kon vaststellen. Pas het 941e wetenschappelijke onderzoek kwam met een overtuigende verklaring voor het werkingsmechanisme van kurkuma. Een terugblik op de fascinerende geschiedenis van deze wortel, die al zijn geheimen nog steeds niet heeft prijsgegeven.

De ongelofelijke ontwikkeling van kurkuma: hoe deze wortel wereldwijde faam vergaarde.

Op een goede dag, ergens in Zuidoost Azië, heeft de mens waarschijnlijk toevallig eens geproefd van de wortel van een klein plantje met paarse bloemetjes. Het plantje was verwant aan de Curcuma longa. De smaak van de wortel was kennelijk aangenaam, want geleidelijk aan voegde men het steeds vaker toe aan hun voeding. Ze wisten nog niet dat deze plant over buitengewoon gunstige eigenschappen beschikte. Deze nog onbekende eigenschappen zorgden voor een selectief voordeel bij het kleine groepje van gebruikers ten opzichte van de mensen die de plant niet aten. De mensen die kurkuma aten genazen sneller van ziekte en leefden daardoor iets langer. Ze hadden bovendien wat meer afstammelingen dan de anderen. Hun afstammelingen namen uiteraard de voedingsgewoonten van hun ouders over en droegen die op hun beurt over aan de volgende generaties. Dit gebeurde zo effectief, dat het aantal mensen dat kurkuma at alsmaar toenam en een opzichzelfstaande populatie begon te vormen. De bevolkingsgroep die kurkuma at. Langzaam maar zeker, en men weer niet precies hoe, legden de leden van deze bevolking een verband tussen de consumptie van kurkuma en hun gezondheidsstaat. Op een bepaald moment in de geschiedenis heeft deze groep zich gerealiseerd dat de plant wel 'speciale krachten' moest bezitten. Het is dan ook begrijpelijk dat zich rondom de plant allerlei mythes hebben gevormd en dat tot op de dag van vandaag nog verhalen over de plant worden verteld waarin bijgeloof een grote rol speelt. Zo smeert men in Maleisië nog altijd kurkuma op de buik van de moeder en op de navelstreng om 'kwade geesten' af te weren. In India legt men een streng van kurkuma om de nek om de vruchtbaarheid te stimuleren.

Na verloop van tijd leerde de Aziatische bevolking hoe ze hun favoriete plant konden verbouwen. Het lukte hen zelfs exemplaren met grotere wortels te produceren door verschillende soorten met elkaar te kruisen en deze soorten te cultiveren. Hedendaags onderzoek heeft aangetoond dat de Curcuma longa het resultaat is van een intensieve kweek door de mens. Waarschijnlijk bevatte de wilde versie veel minder werkzame stoffen, zoals curcumine. De soorten waardoor wij nu worden omringd, zijn het resultaat van de interactie tussen de mens en zijn omgeving...

In de IIe eeuw voor Christus brak in India de Vedische tijd aan. Daaruit ontstond de traditionele geneeskunst Siddha. De Siddha-artsen waren holistische genezers die uitgingen van het principe dat ziekten afhankelijk waren van voedingsfactoren. Kurkuma, oftewel Manjal neemt hierbij uiteraard een belangrijke plaats in. De Siddha-artsen gebruiken het vooral als middel om het hart te beschermen. Vele jaren later ontdekten de Arabieren dit kruid waarover de lokale bevolking zo lovend sprak. Ook zij werden verleid door de bijzondere eigenschappen en droegen bij aan de verspreiding van de plant over de hele wereld.

Vandaag de dag wordt kurkuma over de hele wereld op en natuurlijke wijze verbouwd. In Azië gelooft men nog steeds in de mythische verhalen omtrent kurkuma, terwijl de westerse bevolking deze verhalen vaak afdoet als 'relatief naïef’. Maar kunnen we ze dit geloof echt verwijten? In het verre verleden hadden ze geen methodes waarmee ze de werking van kurkuma op het lichaam konden doorgronden. Ze konden alleen maar gissen naar het wonder dat hen langer liet leven, en de verhalen pasten bij hun geloofssysteem. De moderne medische wetenschap heeft een nuchtere kijk op de zaak. Mooie verhalen over traditionele planten hebben geen plaats in de zuivere wetenschappelijke benadering. Het enige waarin de wetenschap geïnteresseerd is, is het fysiologische effect van een stof op het lichaam. Men zoekt het antwoord op de vraag of de stof ziekten kan voorkomen of behandelen en men wil het werkingsmechanisme begrijpen. En wat blijkt nu? Recent onderzoek naar kurkuma geeft een bevredigend antwoord op deze 3 vraagstukken...

We weten nu namelijk met welk mechanisme kurkuma de strijd met kanker aangaat

Dankzij een zeer geavanceerde techniek die men röntgenkristallografie noemt, hebben onderzoekers van de universiteit van Californië in San Diego aangetoond dat de bestanddelen in kurkuma, curcumines genaamd, een hele bijzondere ruimtelijke vorm hebben. Wanneer curcumine zich in de buurt van het molecuul DYRK2 bevindt, een molecuul dat betrokken is bij kankercellen, dan schuiven beide moleculen in elkaar twee stukjes van een puzzel. Door deze koppeling is DYRK2 niet meer in staat zijn gebruikelijke activiteit te hervatten. Curcumine werkt namelijk als een soort 'handboeien' die bij de mens die het gebruik van de armen onmogelijk maken.

Het proteasoom is een zeer nuttige celversnipperaar in een gezonde cel.

DYRK2 wordt nu beperkt in zijn bewegingen en kan zijn belangrijkste missie niet meer voltooien, namelijk het activeren van een selectieve 'vermaler' die als taak heeft nutteloze of beschadigde proteïnes in de cellen te vernietigen. Deze 'vermaler' is als het ware een enorme cilinder die aan een kant eiwitten opslokt en ze aan de andere kant in kleine stukjes weer uitspuugt. Zonder deze vermaler, die de wetenschappelijke naam proteasoom draagt, zou het afval van eiwitten zich ophopen in de cellen, waardoor deze zouden barsten. Zonder proteasoom zouden we simpelweg niet kunnen leven!

In kankercellen is deze vermaler echter volledig ontregeld. De proteasoom is niet meer in staat de goede van de slechte eiwitten te onderscheiden en begint dus ook goede eiwitten te vernietigen die onmisbaar zijn voor ons lichaam. De ontregelde vermaler heeft merkwaardig genoeg een voorkeur voor proteïnes die in staat zijn afwijkingen in cellen te detecteren en alarm te slaan. Deze belangrijke, 'levensreddende' proteïnes patrouilleren regelmatig in de cel en onderwerpen alle aanwezige stoffen aan een grondige inspectie. Ontdekken ze een afwijking, dan brengen ze direct een moleculaire reactie op gang om de afwijking te herstellen. Kan de afwijking niet worden gerepareerd of is deze zo ernstig dat het leven van het organisme gevaar loopt, dan geven deze eiwitten de cel de opdracht 'suïcide te plegen'. Het is beter om een cel te laten sterven dan het risico te lopen dat deze cel zich vermeerdert en een gevaarlijke kolonie gaat vormen voor het lichaam.

We begrijpen nu ook beter waarom kankercellen er in slagen zich te vermenigvuldigen ondanks het feit dat ze heel veel gevaarlijke afwijkingen verspreiden: de ontregelde 'vermaler' (proteasoom) valt de eiwitten aan die de afwijkingen detecteren en die voorkomen dat afwijkende cellen zich vermeerderen. Dankzij deze truc kunnen kankercellen zich dus zonder enige vorm van controle massaal vermeerderen. Zonder deze defecte 'vermaler' zouden ze namelijk niet zover komen. Onderzoekers proberen om die reden al jaren een medicijn te maken dat de werking van deze cellulaire vermaler blokkeert. In feite is dat precies wat curcumine doet door zich te binden met DYRK2. Indirect legt het de vermaler stil, waardoor de 'reddende' proteïnes kunnen ontsnappen aan de vermaler en hun beschermende functie kunnen blijven uitoefenen. Dit werkt in elk geval tijdelijk, want curcumine blijft niet definitief verbonden met DYRK2. Echter, de tijdelijke verbinding kan voldoende zijn om ervoor te zorgen dat een kankercel zichzelf elimineert. Ook kan het voldoende zijn om te zorgen dat bepaalde afwijkingen hersteld worden.

Dit werkingsmechanisme, dat nu voor het eerst is ontdekt, kan worden toegevoegd aan de reeds bekende gunstige werkingen van kurkuma, zoals het antioxidatieve vermogen en het ontstekingsremmende effect, wat het in Azië maar ook in andere landen tot een gewild middel maakt om ziekten te voorkomen of te behandelen. Het maakt ook dat kurkuma meer dan ooit gezien kan worden als superfood.

Hoe kunnen we kurkuma het beste eten om te profiteren van deze gunstige effecten?

Kurkuma is enorm krachtig, mits het rechtstreeks in contact komt met onze lichaamscellen. De auteurs van deze studie maken ons er op attent dat de biologische beschikbaarheid van curcumine zwak is (13-14) en dat het deel dat in het bloed terecht komt al snel via de lever in de urine wordt afgevoerd. Deze lage biologische beschikbaarheid verklaart waarom kurkuma vaker gebruikt wordt als preventief middel dan als behandeling. De hoeveelheid curcumine die de cellen bereikt kan dan wel voldoende zijn om te voorkomen dat een cel een kankercel wordt (doordat het bijdraagt aan reparatie van afwijkingen of doordat het de vermeerdering tegengaat), maar de hoeveelheid zal nooit voldoende zijn om een tumor te bestrijden die reeds een tijdje bestaat en die tienduizenden kankercellen bevat.

Het probleem van de biologische beschikbaarheid doet zich niet voor in het spijsverteringskanaal, want curcumine komt in contact met onze lichaamscellen zonder dat het de darmwand moet passeren. De actieve hoeveelheid is dus direct afhankelijk van de dosis die wordt ingenomen. Het verklaart waarom het onderzoek zich met name focust op kanker in het spijsverteringskanaal (15), en dan met name op darmkanker, een kankervorm waarmee elk jaar meer dan 500.000 Europeanen te maken krijgen.

Kan de biologische beschikbaarheid van curcumine worden verhoogd? Gelukkig wel!Ook hierbij liep de Aziatische volkswijsheid ver voor op het moderne onderzoek: alle ingrediënten die nodig zijn om de biologische beschikbaarheid van curcumine te vergroten bevinden zich in traditionele recepten, zoals curry's en chutneys. Onder deze ingrediënten vallen bromelaïne, een groep van enzymen die voorkomt in verse ananas, maar vooral piperine, een alkaloïde uit zwarte peper die eveneens voorkomt in het supplement Bioperine. Hoe werkt het? Het werkt enerzijds door de activiteit te stimuleren van een eiwit in de darm dat het transport bevordert (16) en anderzijds door het mechanisme te remmen waarmee curcumine oplosbaar wordt zodat het afgevoerd kan worden via de urine (17). Een studie bij de mens heeft aangetoond dat de toediening van piperine de biologische beschikbaarheid van curcumine met 2000% deed toenemen (18) bij deelnemers die een dagelijkse dosis van 2 g curcumine innemen, oftewel het equivalent van één capsule van het supplement Natural Curcuma. Omdat curcumine eveneens een chelator van ijzer is (19), is deze strategie echter voorbehouden aan mensen die niet lijden aan een ijzertekort.

Men adviseert supplementen van kurkuma in te nemen tijdens de maaltijd , want de vetzuren in het eten bevorderen de opname van dit kruid. Dit gegeven is de basis voor de samenstelling van supplementen zoals Super Curcuma. Dit supplement bevat namelijk fosfolipiden die de opname ten opzichte van de klassieke supplementen verbeteren.

Ten slotte is het ook mogelijk om zelf een paar Kurkuma-planten te kweken in de tuin. Zet ze in een grote bloempot en zorg ervoor dat de grond altijd een beetje vochtig is. Bescherm de plant tegen de vorst. Na negen of tien maanden kunt u oogsten. De verse wortel smaakt veel beter dan de veelal grondig bewerkte poeder die te koop is in de supermarkt....

Belangrijkste punten van dit artikel :

  • De proteasoom is een natuurlijke vermaler in de cel die beschadigde en nutteloze proteïnes opruimt.
  • In kankercellen werkt deze proteasoom niet meer correct: hij vernietigt dan nuttige cellen die normaliter kanker bestrijden.
  • Doordat curcumine zich bindt aan DYRK2, voorkomt het dat de proteasoom volledig wordt geactiveerd. De kankerbestrijdende eiwitten blijven leven en veroorzaken een kettingreactie aan moleculaire reacties waardoor kankercellen geblokkeerd worden of afsterven.

De belangrijkste studie in dit artikel

Sourav Banerjee, Chenggong Ji, Joshua E. Mayfield, Apollina Goel, JunyuXiao, Jack E. Dixon, Xing Guo. Ancient drug curcumin impedes 26S proteasome activity by direct inhibition of dual-specificity tyrosine-regulated kinase 2, Proceedings of the National Academy of Sciences Jul 2018, 201806797; DOI:10.1073/pnas.1806797115

Referenties

  1. López-Lázaro M. Anticancer and carcinogenic properties of curcumin: considerations for its clinical development as a cancer chemopreventive and chemotherapeutic agent. Nutr Food Res. 2008 Jun;52 Suppl 1:S103-27. Review.
  2. Bar-Sela G, Epelbaum R, Schaffer M. Curcumin as an anti-cancer agent: review of the gap between basic and clinical applications. Curr Med Chem. 2010;17(3):190-7.
  3. Polasa K, Raghuram TC, et al. Effect of turmeric on urinary mutagens in smokers.Mutagenesis1992 Mar;7(2):107-9.
  4. Cheng AL, Hsu CH, et al. Phase I clinical trial of curcumin, a chemopreventive agent, in patients with high-risk or pre-malignant lesions. Anticancer Res. 2001 Jul-Aug;21(4B):2895-900.
  5. Cruz-Correa M, Shoskes DA, et al. Combination treatment with curcumin and quercetin of adenomas in familial adenomatous polyposis. Clin Gastroenterol Hepatol. 2006 Aug;4(8):1035-8.
  6. Epelbaum R, Schaffer M, et al. Curcumin and gemci. in patients with advanced pancreatic cancer. Nutr Cancer. 2010;62(8):1137-41.
  7. Sharma RA, McLelland HR, et al. Pharmacodynamic and pharmacokinetic study of oral Curcuma extract in patients with colorectal cancer. Clin Cancer Res. 2001 Jul;7(7):1894-900.
  8. Goel A, Aggarwal BB. Curcumin, the golden spice from Indian saffron, is a chemosensitizer and radiosensitizer for tumors and chemoprotector and radioprotector for normal organs. Nutr Cancer. 2010 Oct;62(7):919-30. Review.
  9. Sherr CJ, Roberts JM. CDK inhibitors: positive and negative regulators of G1-phase progression. Genes Dev. 1999;13:1501–1512. doi: 10.1101/gad.13.12.1501.
  10. Luqman S, Pezzuto JM. NFkappaB: a promising target for natural products in cancer chemoprevention. Phytother Res. 2010;24:949–963.
  11. Drexler HC. Activation of the cell death program by inhibition of proteasome function. Proc Nat Acad Sci. 1997;94:855–860. doi: 10.1073/pnas.94.3.855.
  12. Chevrel, S. (2016). Cancer et hasard. Une dérive médiatique passée au crible. Les Tribunes de la santé, 53,(4), 103-110. doi:10.3917/seve.053.0103.
  13. Dhillon N, Aggarwal BB, et al. Phase II trial of curcumin in patients with advanced pancreatic cancer. Clin Cancer Res. 2008 Jul 15;14(14):4491-9.
  14. Reuter S, Eifes S, et al. Modulation of anti-apoptotic and survival pathways by curcumin as a strategy to induce apoptosis in cancer cells. Biochem Pharmacol. 2008 Dec 1;76(11):1340-51. Review.
  15. Villegas I, Sánchez-Fidalgo S, et al. New mechanisms and therapeutic potential of curcumin for colorectal cancer. Mol Nutr Food Res. 2008 Sep;52(9):1040-61. Review.
  16. Bhardwaj RK, Glaeser H, Becquemont L, Klotz U, Gupta SK, Fromm MF. Piperine, a major constituent of black pepper, inhibits human P-glycoprotein and CYP3A4. J Pharmacol Exp Ther. 2002 Aug;302(2):645-50.
  17. Singh J, Dubey RK, Atal CK. Piperine-mediated inhibition of glucuronidation activity in isolated epithelial cells of the guinea-pig small intestine: evidence that piperine lowers the endogeneous UDP-glucuronic acid content. J Pharmacol Exp Ther. 1986 Feb;236(2):488-93.
  18. Shoba G, Joy D, Joseph T, Majeed M, Rajendran R, Srinivas PS. Influence of piperine on the pharmacokinetics of curcumin in animals and human volunteers. Planta Med. 1998 May;64(4):353-6.
  19. Jiao Y, Wilkinson J, Di X, Wang W, Hatcher H, Kock ND, D’Agostino R, Jr, Knovich MA, Torti FM, Torti SV. Curcumin, a cancer chemopreventive and chemotherapeutic agent, is a biologically active iron chelator. Blood 2009;113:462–9.

Crédits Illustrations : Lucille Duchene, www.lucilleduchene.com

Opmerkingen

U dient ingelogd te zijn op uw account om een opmerking te kunnen plaatsen

Dit artikel is nog niet beoordeeld. Laat als eerste uw beoordeling achter

Veilig betalen
32 jarenlange ervaring
Niet tevreden
geld terug
Snelle levering
Gratis consult